Focus Bioscopera

Jonas Kaufmann als Andrea Chénier en Eva-Maria Westbroek als Maddalena Di Coigny in Andrea Chénier © ROH. Bill Cooper 2015

Sopraan Eva-Maria Westbroek is Nederlands grootste operaster, maar bijna niet in eigen land te zien. Deze week wel, samen met Jonas Kaufmann, in de 33 bioscopen, die live de opera Andrea Chenier vanuit Covent Garden op het scherm brengen. De bioscoop is een nieuwe geldbron voor de opera.

‘Alles wees erop dat ons publiek binnen afzienbare tijd zou uitsterven’

‘Bringing opera back from the dead,’ kopte CNN Money een paar jaar terug boven een interview met Peter Gelb, directeur van de Metropolitan Opera in New York. Opera terugbrengen uit het dodenrijk, die opgave zou zelfs de mythische zanger Orpheus, operaheld bij uitstek, tot wanhoop kunnen drijven. Toen Gelb zo’n negen jaar geleden de baas werd bij de Metropolitan Opera was het publiek gemiddeld 65 jaar oud, en – erger nog – die leeftijd ging per nieuw seizoen ook nog eens een jaar omhoog. ‘Het was duidelijk,’ zei hij in The Guardian, ‘dat binnen afzienbare tijd ons publiek dood zou zijn.’
Maar hoe trek je een nieuw en jonger publiek naar de opera?
Die vraag beantwoordde Gelb met een initiatief, dat achteraf een meesterzet was: live-uitzendingen in de bioscoop. Acht jaar na de eerste opera in een Amerikaanse filmtheater kijken er elke productie zo’n 200.000 bezoekers in de Verenigde Staten, Europa en het Midden-Oosten. Het leverde Gelb miljoenen op en ook de leeftijd van de bezoekers in de Metropolitan ging gestaag omlaag naar rond de zestig.

‘Het verhaal grijpt me sterker aan in de bioscoop dan in een operahuis’

Gelbs idee leverde niet alleen geld en goodwill op voor de Metropolitan Opera, maar ook voor bioscopen. Het succes bleef niet onopgemerkt. In het spoor van de Verenigde Staten volgden de Europese filmtheaters. In Nederland onderzocht Darren Staines van Pathé of opera ook in Europa een toekomst in de bioscoop had. ‘In Denemarken werd een test gedaan, dus daar ging ik heen,’ vertelt hij. ‘Ik ben geen kenner of liefhebber van opera, maar ik zag daar de Barbier van Sevilla van Rossini en ik was verkocht. De kwaliteit van alles was zo hoog. De zangers, het orkest, de regie en het camerawerk – elk detail klopte. Zoveel toptalent bij elkaar zien, dat deed wat met me.’ Ook in Nederland deed Pathé daarom enkele proeven bij professioneel en gewoon testpubliek en vrijwel iedereen reageerde enthousiast. ‘Toen wisten we dat er hier een publiek was,’ zegt Staines.
Zelfs verstokte kenners behoren tot de vaste fans, want ‘feitelijk zit je op de beste plek in de Metropolitan Opera,’ zegt operaregisseur Hans Nieuwenhuis. ‘Het is een kans om de grote sterren van de opera te zien, die te duur zijn voor De Nationale Opera. En de beleving is veel malen intenser door de close-ups die je in het theater niet hebt. Mijn aandacht wordt ook echt naar het filmscherm gezogen, waar ik in een zaal van een operahuis sneller ben afgeleid. Het is vreemd om te constateren, maar ik merk dat het verhaal me sterker aangrijpt in de bioscoop dan in de theaterzaal.’

‘Tegenwoordig klappen ze in de bioscoop net zo hard als in de Met zelf’

Inmiddels haken ook andere operahuizen en bioscopen in. Liefst 33 filmzalen vertonen opera en ballet vanuit het Londense Covent Garden. Het lokt, constateren de verschillende partijen, zowel een nieuw publiek naar de bioscoop als naar de opera. En ook de verjonging blijkt te werken. ‘In het eerste jaar waren de bezoekers 65-plus en nu 45-plus’, zegt Staines. De lagere drempel van de bioscoop werkt. De Nationale Opera is duur en veel mensen koesteren de gedachte dat zij binnenkomen in een onneembaar bolwerk van kenners. Hebben ze het geld wel, dan durven ze vaak toch niet. Bij de film is dat geen probleem.’
En na een paar jaar, merkt, Staines is er nauwelijks meer een onderscheid in sfeer tussen de echte opera en de bioscoop. ‘In de eerste jaren waren mensen nog wel eens beschroomd om hun emoties te tonen, maar tegenwoordig juichen en klappen ze net zo hard in de filmzaal voor een mooie aria als in The Met zelf.’

Agenda

Zeven producties uit het Londense Covent Garden en zes uit de Metropolitan Opera in New York staan het komende half jaar op het programma van in totaal 46 Nederlandse bioscopen.
De producties van Covent Garden zijn (allemaal live) te zien – kijk hier voor de bioscoop het dichtst bij jou in de buurt:

  • Andrea Chenier van Umberto Giordano (29 januari)
  • Der Fliegende Holländer van Richard Wagner (24 februari)
  • Mahagonny van Kurt Weill (1 april)
  • La Bohème van Giacomo Puccini (10 juni)
  • Guillaume Tell van Rossini (5 juli)
  • ballet Het Zwanenmeer van Pjotr Ilitsj Tsjaikovski (17 maart)
  • ballet La Fille Mal Gardée van Frederick Asthon (5 mei)

De opera’s vanuit de New Yorkse Metropolitan zijn – vanwege het tijdsverschil – niet overal live te zien en daardoor kan de datum, waarop ze te zien zijn, per bioscoop verschillen. Te zien in ondermeer deze bioscopen:

  • de Engelse versie van Die lustige Witwe van Frans Léhar (7 februari)
  • Iolanta van Pjotr Ilitsj Tsjaikovski met Anna Netrebko,
    samen met Blauwbaards Burcht van Béla Bartók (14 februari)
  • Les contes d’Hoffmann van Jacques Offenbach (21 februari)
  • La donna del lago van Rossini (14 maart)
  • Die Meistersinger von Nürnberg van Richard Wagner (12 april – opgenomen)
  • Cavalleria Rusticana van Pietro Mascagni met Eva-Maria Westbroek
    en Pagliacci van Ruggero Leoncavallo (25 april)


iolantaWaarom mensen ogen hebben gekregen?

‘Om te huilen natuurlijk’, antwoordt de middeleeuwse prinses Iolanta. De noten van Tsjaikovski’s laatste opera Iolanta stralen van tederheid. En dat doet ook de stem van sopraan Anna Netrebko als de blinde heldin.

Lees Album van de week Netrebko’s Iolanta

h2operaZing jij ook onder de douche?

Deze playlist bevat de mooiste aria’s en liedjes om ongegeneerd mee te zingen onder de douche, tijdens het stofzuigen, het ramen lappen of autowassen.

Luister naar H2Opera