Album van de week Nicola Benedetti

© Decca / Simon Fowler

Nicola Benedetti verkent de mysterieuze diepten van Sjostakovitsj en de vrijelijk vloeiende verbeeldingskracht van Glazoenov. Met de intensiteit die haar zo kenmerkt.

‘Hij schrijft muziek die ik niet kan horen als ik haar lees’

glazunovMensen hoeven niet altijd uit hetzelfde hout gesneden zijn om elkaars talent te zien. In de jonge tiener Dmitri Sjostakovitsj herkende zestiger Alexander Glazoenov – zelf eens een wonderkind – de componist van de toekomst.
De Russische Revolutie had enkele jaren daarvoor het aristocratische regime weggevaagd. De burgeroorlog zorgde voor tekorten. Maar de moeder van de kleine Dmitri zorgde ervoor dat de oude alcoholist Glazoenov zijn dagelijkse drank kreeg. Haar zoon bracht hem wodka. Glazoenov op zijn beurt probeerde een beurs te bemachtigen voor Sjostakovitsj. Hij sprak erover met de schrijver en politicus Maxim Gorki.

‘We hebben een beurs nodig voor een componist’, zei Glazoenov.
‘Hoe oud is hij?’ vroeg Gorki.
‘Vijftien. Hij is de zoon van een muzieklerares. Hij speelt piano in de bioscoop Select.
Onlangs vloog de vloerbedekking onder hem in brand, maar hij bleef doorgaan om paniek te                   voorkomen. De jongen is componist. Hij heeft mij zijn werken laten zien.’
‘Bevallen ze u?’
‘Ze zijn afgrijselijk’, antwoordde Glazoenov. ‘Het is de eerste muziek die ik niet kan horen als ik de           partituur lees.’ ‘Waarom komt u dan hier?’ vroeg de verbaasde Gorki.
shostakovich‘Ik vind die muziek niet mooi, maar dat doet er niet toe.
De tijd behoort aan deze jongen en niet aan mij. Hij is erg droevig. Maar dat zal de muziek van de toekomst ook zijn.’
Hoewel de mensen honger leden in de onbarmhartige Russische winter en ze in Sint Petersburg als sardines tegen elkaar aankropen om maar niet te sterven van de kou, kreeg Sjostakovitsj de beurs, die hem in staat zou stellen om componist te worden. Bij het schrijven van zijn Eerste Symfonie gaf Glazoenov de jonge componist nog wat adviezen, maar Sjostakovitsj sloeg ze ten slotte in de wind, ‘waarmee ik Alexander Konstantinovitsj bijzonder ergerde’, schreef hij later.

Muziek was niet meer een ontsnapping uit de harde werkelijkheid

Hoever leerling Sjostakovitsj en ‘meester’ Glazoenov uit elkaar zouden groeien, laat de Britse violiste Nicola Benedetti horen op haar nieuwe album, waarop ze twee vioolconcerten van de componisten tegenover elkaar zet. Dat heeft aan de ene kant te maken met de verschillende karakters van beide gewezen wonderkinderen, maar ook met de bewogen gebeurtenissen tussen de twee werken. Het Vioolconcert van Glazoenov ontstond in 1904, het laatste jaar waarin het tsaristische bewind nog enigszins stevig in haar schoenen stond. De toen bijna 40-jarige Glazoenov groeide als musicus op in de romantische traditie: hij werd als kind ontdekt door de machtige nationalist Mili Balakirev, die vond dat Rusland een eigen muzikale identiteit moest ontwikkelen, later raakte hij bevriend met Pjotr Ilitsj Tsjaikovski, die zich meer richtte op de klassieke westerse stijl.
Sjostakovitsj schreef zijn Eerste Vioolconcert ruim veertig jaar later, in 1947. De pracht en praal van het tsarisme was vervangen door de kaalslag van het communisme, de dictatuur van de arbeider. De Sovjet-Unie likte nog haar wonden van de Tweede Wereldoorlog. Kunstenaars lagen onder vuur van de autoriteiten. Sjostakovitsj zelf was twaalf jaar eerder uit de gratie geraakt bij dictator Jozef Stalin en vreesde elke dag voor zijn leven. Hij had mensen voor zijn ogen vermoord zien worden. Glazoenov was grootgebracht op Mozarts filosofie dat noten – waar ze ook over gingen – het oor nooit mochten kwellen: ze moesten behagen. Na twee wereldoorlogen en de massamoorden van Hitler en Stalin was die gedachte niet langer houdbaar. Misschien nog wel voor componisten die keurig in de pas liepen van het regime – maar die nu dan ook zijn vergeten – maar niet voor Sjostakovitsj. Hij kon en wilde niet ontsnappen aan de werkelijkheid. De nachtmerrie die overal om hem heen het dagelijks leven regeerde, moest ook tot klinken komen in de muziek.

Zeven jaar bewaarde Sjostakovitsj zijn concert in een bureaula

benedetti 220Hoewel er maar vier decennia tussen beide vioolconcerten zit, klinken ze als werken uit verschillende eeuwen. Je kunt je zelfs niet voorstellen dat beide componisten elkaar gekend hebben. Er gaapt een diepe kloof tussen de twee stukken alsof het één de dag vertegenwoordigt en het andere de nacht. ‘In het Vioolconcert van Glazoenov schuilt een groot gevoel van vrijheid’, beaamt violiste Nicola Benedetti. ‘Het is lichtvoetig, uitbundig met een virtuoze acrobatiek die teruggrijpt op de stijl van de Italiaan Niccolò Paganini.’ Het mag duidelijk zijn dat Glazoenov in die tijd nog stevig met zijn voeten in de negentiende eeuw stond. Hij schreef het stuk voor de belangrijkste virtuoos van zijn tijd, Leopold Auer, de man aan wie ook Tsjaikovski zijn Vioolconcert opdroeg. Het ging om een pronkstuk voor de viool – niet een werk met een dieperliggende boodschap.
Hoe anders was dat bij Sjostakovitsj, die zijn eigen getroebleerde leven en tijd in noten beschreef. Bij hem tref je zelden muziek om de muziek aan, altijd ligt er een verhaal onder. In de tijd dat Stalin zijn volk dwong te zwijgen, was muziek de enige taal waarin het zich nog enigszins vrij kon voelen. Want noten waren zo abstract dat de dictatuur ze nooit met zekerheid kon betrappen op verboden gedachten. Toch vertrouwde Sjostakovitsj het niet met zijn Eerste Vioolconcert. Zijn bestaan bevond zich eind jaren veertig in een woelige periode. Opnieuw nam het regime hem en anderen onder vuur. De componistenbond voerde campagne tegen het formalisme, een politieke term voor kunst die aan de dwang van de dictatuur onttrok. En dat deed Sjostakovitsj. Hij schreef diep tragische muziek in een tijd dat het regime vroeg om kunst die de zonnige toekomst van het communisme bezong. Om de gemoederen niet verder te verhitten legde de componist zijn duistere Eerste Vioolconcert dus maar even in een bureaula. Zo’n zeven jaar later – na Stalins dood en zijn voorzichtige rehabilitatie – haalde hij het weer tevoorschijn.

Benedetti neemt de luisteraar mee de diepten in

‘Het is een eerlijk en doorzichtig werk’, vindt de Britse violiste Nicola Benedetti. ‘Sjostakovitsj verhult niets.’ Ze vergelijkt het Eerste Vioolconcert met een reis zonder aankomst. Ook onder trage en tedere delen stroomt een donkere en onheilspellende rivier. Benedetti vertolkt de noten met de intensiteit die zo kenmerkend is voor haar spel. Ogenschijnlijk moeiteloos roept ze de woelige gevoelens op die Sjostakovitsj verscheurden. Geen eenvoudige opdracht, want het werk is als een moeras waarin zich onder water tal van gevaren verbergen. Met het Bournemouth Symphony Orchestra en dirigent Kirill Karabits neemt de violiste de luisteraar mee die mysterieuze diepten in, maar laat het raadsel intact, zoals het hoort. Want het gaat er in de kunst uiteindelijk om de verbeelding te prikkelen. En niet – wat de communisten wilden – haar uit te schakelen. Benedetti laat daarna Glazoenov weerklinken als een werk uit een tijdperk waarin de muzikale fantasie nog vrijelijk mocht vloeien.


Aanbevolen opnamen

benedetti bruchNicola Benedetti homecoming


jansen 220Lees en luister ook